Niet brandschoon

22 september 2022 Geschreven door: Stéphanie Heijtlager

Als een werknemer zijn baan verliest bestaat in de regel recht op een WW-uitkering, maar als een werknemer door zijn eigen toedoen zijn baan verliest (verwijtbare werkloosheid), dan heeft de werknemer nergens recht op. In deze kwestie stond de vraag centraal of een werknemer verwijtbaar werkloos was geworden. Het UWV vond dat de werknemer verwijtbaar werkloos was, onder andere omdat hij brutaal gedrag vertoonde richting de inlener, de verzoeken van de inlener – dat hij wat aan zijn persoonlijke hygiëne moest doen – in de wind sloeg.

De werknemer is van mening dat hem geen enkel verwijt te maken valt, hij heeft immers op verzoek van zijn inlener schone kleding aangetrokken naar zijn werk in de spoelkeuken en wat aan zijn persoonlijke hygiëne gedaan. Volgens het UWV heeft de werknemer de adviezen van zijn inlener niet (structureel) opgevolgd, ook niet na herhaaldelijke waarschuwingen en is sprake van verwijtbare werkloosheid.

De Centrale Raad van Beroep (ECLI:NL:CRVB:2007:BA8907) is het met het UWV eens en stelt dat de werknemer onvoldoende gehoor heeft gegeven aan de redelijke voorschriften van de werkgever om schone kleding te dragen en wat te doen aan zijn onaangename lichaamsgeur. Daarmee staat volgens de Raad vast dat sprake is van verwijtbare werkloosheid. Pech voor de werknemer, hij zit zonder inkomsten.

Wat werkgevers zich dienen te beseffen, is dat zij ondanks verwijtbare werkloosheid, mogelijk alsnog een rekening gepresenteerd kunnen krijgen in dit soort situaties. Als de werknemer uit deze casus vervolgens (binnen vier weken) ziek zou worden (bijvoorbeeld door een ongeluk), dan zou mogelijk wel recht bestaan op een Ziektewetuitkering en waarvoor de ex-werkgever de rekening zal betalen…

Gerelateerde artikelen